Nederlands 5 - Jeugdboek 2 - Het is de liefde die we niet begrijpen 



Met mijn eerste jeugdboek wou ik mijn grenzen wat verleggen. Ik lees vaak detectives of thrillers boordevol actie. Deze keer koos  ik echter voor ‘Het is de liefde die we niet begrijpen’ van Bart Moeyaert. Dit boek stond op de leeslijst in het cultuurportfolio.

Het boek sprak me aan omdat het van een bekende schrijver is. Bart Moeyaert won al verscheidene prijzen met zijn boeken. Met ‘Het is de liefde die we niet begrijpen’ won hij bijvoorbeeld de Boekenleeuw. Dit is een jaarlijkse Vlaamse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige jeugdboek van een Vlaamse jeugdauteur uit het voorbije jaar. Hij won met nog vijf andere boeken de Boekenleeuw en met vijf boeken de Zilveren Griffel.

Daarnaast heb ik in het eerste jaar al eens een boek gelezen van Moeyaert. ‘Tegenwoordig heet iedereen sorry’ sprak mij toen echt niet aan. Ik wou de schrijver echter zeker een tweede kans geven.

Ik koos ten slotte voor het boek omdat dit normaal geen thema is waarover ik lees. De liefde is natuurlijk wel aanwezig in sommige boeken die ik lees. Een volledige roman hierover heb ik echter nog niet in mijn boekenkast staan.

Het boek bestaat uit drie afzonderlijke verhalen over hetzelfde gezin. Het hoofdpersonage is een meisje dat vertelt over drie passages uit haar leven. Ze vertelt over haar moeder en haar minnaar, over de komst van Bootsman, een oude man, die bij hen moet inwonen en over haar broer Alex die vertrokken is thuis.

Het boek wordt verteld vanuit één perspectief. Alle drie delen worden verteld vanuit het perspectief van de op een na jongste dochter. Je leert haar karakter goed kennen in het boek, maar je komt wel geen naam en leeftijd te weten.

Ondanks dat het een interessant boek is over familierelaties, kon Bart Moeyaert mij met ‘Het is de liefde die we niet begrijpen’ toch niet bekoren. Het duurde heel lang tegen dat ik echt het verhaal snapte. Dit kwam mede door het feit dat het eerste verhaal direct in medias res begon: “In de bocht zakt Bordzek als een blok tegen me aan. Zijn hoofd valt naar voren, en ik kan geen kant meer op. Ik kan hem geen stomp geven, want mijn hand zit vast onder zijn bil, en mijn schouder zit klem tussen de bank en zijn bovenarm.” (Moeyaert, 1999, p. 9)

Normaal gezien kom je dan in het verhaal wel meer te weten over de personages, maar voor mij duurde dit toch wat te lang.

De stijl van Moeyaert is soms poëtisch en dromerig te noemen: “Edie ademt. Dat is alles. Dat kind zit in een doos, denk ik soms. We moeten het stellen met de gedachte dat ze bestaat, verder blijft ze gesloten als een pak met een strik erom.” (Moeyaert, 1999, p. 20)

Hoewel dit zeker mooi kan zijn, was dit voor mij wat overdadig. Centraal in het boek staan de mijmeringen en gedachten van het hoofdpersonage. Echte dialogen komen maar zelden voor en dit vind ik spijtig.

Als conclusie kan ik dus stellen dat ik een boek van Bart Moeyaert niet snel meer zal lezen. Iedereen die fan is van poëtisch taalgebruik in boeken, raad ik wel aan om het oeuvre van Moeyaert eens door te nemen.

Reacties

Populaire posts van deze blog