Nederlands 5 - Artikel vaktijdschrift - Taalondersteuning in de praktijk

Als artikel uit een vaktijdschrift, las ik ‘Taalondersteuning in de praktijk’. Dit is een artikel uit FONS. Het is vooral interessant omdat wij dit semester bij het onderwijsvak Nederlands ook taalondersteuning moeten voorzien aan een leerling die in OKAN heeft gezeten. De schrijfster van het artikel is leerkracht Nederlands en taalondersteuning in het tweedekansonderwijs. Een ideaal artikel dus!

In het artikel worden er 6 concrete tips gegeven om met taalondersteuning aan de slag te gaan. Hieronder vind je een overzicht:   

1. Creëer een warm nest
2. Leer je leerlingen kennen en geef feedback
3. Zet in op schooltaal
4. Sluit zoveel mogelijk aan bij de vakinhouden van je collega’s
5. Gebruik de goudmijn Archief voor Onderwijs
6. Zet in op zelfredzaamheid

Ik denk dat een aantal tips heel logisch zijn. Toch wil ik er een aantal uitlichten en wat verder bespreken.

Een warm nest creëren is een noodzaak voor alle klassen. Wanneer er een goede sfeer heerst in een klas, gaan leerlingen meer gemotiveerd zijn om te werken. In een OKAN-klas zal dit nog belangrijker zijn aangezien dit vaak leerlingen zijn die een kwetsbare thuissituatie hebben. Het verwondert mij wel dat uit onderzoek blijkt dat de sociaal-economische status meer invloed heeft op de slaagkans van een leerling dan de thuistaal. Zo merk je nog maar eens de belangrijkheid van een goede sfeer in de klas. Daarnaast is het ook belangrijk om een positieve houding aan te nemen ten opzichte van de thuistaal. Zo kan je leerlingen met dezelfde thuistaal bijvoorbeeld samen laten werken in groepjes. Het verbaast mij nog steeds dat het kan helpen dat leerlingen in hun thuistaal met elkaar gaan praten in de les Nederlands en dat dit kan helpen bij het aanleren van het Nederlands. Uit onderzoek is dit zeker gebleken, dus zou ik hier ook rekening mee houden.

Bij de taalondersteuning zou ik hier rekening mee kunnen houden door tijdens de eerste sessie even uitgebreid kennis te maken. Zo creëer ik een warme sfeer en zullen de studieprestaties verbeteren. Daarnaast kan ik bijvoorbeeld werken met een vertaalapp om de positieve houding te tonen ten opzichte van de thuistaal en dit kan helpen bij het aanleren van het Nederlands.

Daarnaast is het ook belangrijk om je leerlingen te kennen. Dit heb ik al gedaan voor de taalondersteuning door goed naar de voorkennis te vragen aan mijn mentor.

Schooltaal is ook belangrijk bij leerlingen met Nederlands als tweede taal. Een normaal gesprek zullen ze zeker al kunnen voeren, maar de specifieke schooltaal en vaktaal is vaak nog moeilijk. Hier wil ik ook op inzetten door bijvoorbeeld gebruik te maken van een tekst over mode (mijn leerlinge studeert modespecialisatie en trendstudie). Hierdoor zal ik ook de betrokkenheid verhogen.

Daarnaast kan je ook de link leggen met andere vakken. Dit zal ik proberen door tijdens de taalondersteuning eens gebruik te maken van een moeilijke tekst uit een ander vak.

Ten slotte moet er zeker ingezet worden op zelfredzaamheid. Je moet je leerlingen strategieën aanleren waarmee ze zelf aan de slag kunnen. Een voorbeeld hiervan zijn de woordverklaringsstrategieën. Dit zal ik dan ook gebruiken tijdens de taalondersteuning.